donderdag 20 mei 2010

PLANETS Time Capsule


Eergisteren heeft PLANETS een "digitale tijdcapsule" opgeslagen in de digitale kluis van Swiss Fort Knox, om te vieren dat het project bijna afgelopen is.
De Time Capsule is een metalen doos met daarin verschillende digitale objecten: een foto in jpg, een bericht in Java, een filmpje in MOV, in webpagina in HTML en een brochure in PDF. Daarnaast is van ieder object ook een representatie in "archief-formaat" toegevoegd zoals PDF/A, TIFF, JPEG2000 en MPEG4. Alle objecten zijn op verschillende dragers opgeslagen: floppy disks, CD's, DVD's, Flash-drives en HDD's, inclusief leesapparatuur. Verschillende objecten zijn blijkbaar ook op papier en microfilm vastgelegd. Verder is allerlei software toegevoegd: conversie-tools, viewers en OS-software. Tenslotte is alles beschreven: bestandsformaten, file systems, de objecten zelf en hun relaties met de soft- en hardware.

De objecten in de tijdcapsule zullen in de toekomst beschikbaar gesteld worden aan onderzoekers, zodat die kunnen vaststellen of en hoe het mogelijk is op basis van deze informatie de digitale objecten toegankelijk te maken.

Binnenkort zal PLANETS de bestanden op de website plaatsen, zodat anderen ook kunnen experimenteren met deze objecten. En, en dat vind ik heel interessant klinken, naar het schijnt, kunnen archieven en musea kopieën van de objecten krijgen die ze kunnen gebruiken voor exposities en tentoonstellingen.

Klik hier voor meer foto's van de plaatsing van de capsule.

Eerdere berichten over PLANETS

woensdag 10 maart 2010

Digitale depots in Nederland

In het Archievenblad van maart (nummer 2, 2010) staan verschillende artikelen over e-depots in Nederland: het Centraal Digitaal Depot van JustID, het digitaal depot van het Nationaal Archief, het e-depot van het Gemeentearchief Rotterdam en het e-depot Stadsarchief Amsterdam. (Nu ik het zo achter elkaar zet, valt me op dat ze bij het rijk spreken over digitale depots, terwijl de gemeenten het hebben over e-depots.)
De vier artikelen worden voorafgegaan door een soort review van de hand van Filip Boudrez. En eerlijk gezegd vind ik dat artikel het interessantste, omdat hij een paar vingers op 'zere plekken' legt.
Zo stelt hij vast dat ondanks dat de vier organisaties aangeven dat een e-depot meer is dan techniek, ze alle vier wel heel erg techniek georiënteerd zijn. Waarbij hij zich er impliciet over verbaast dat de organisaties alle vier er nadrukkelijk voor kiezen om fysieke opslag zelf te realiseren.

"Anders geformuleerd, een opslagomgeving is wel een belangrijke voorwaarde, maar vormt niet de essentie van een digitaal archiefdepot. Een digitaal depot is veel meer dan een storageinfrastructuur: het gaat om de processen en om de metadata. In die optiek komt het wat vreemd overdat het Gemeentearchief Rotterdam zijn serverruimte liet auditen om die als 'officiële digitale archiefbewaarplaats' te laten erkennen en die ruimte officieel de naam van 'digitaal depot' geeft."
Illustratief voor de techniek-georiënteerde benadering noemt hij ook het belang dat JustID hecht aan digitale handtekeningen om authentieke en integere archiefdocumenten te archiveren. Volgens Filip zegt een digitale handtekening niets over de authenticiteit en integriteit van een digitaal archiefdocument en verliest de geavanceerde digitale handtekening na verloop van tijd zijn validatie-functie. JustID heeft hier wel over nagedacht (en misschien wel een oplossing voor verzonnen), maar heeft daarmee geen duurzaam antwoord gegeven op het authenticiteits- en integriteitsvraagstuk. Uiteindelijk worden de gegevens uit handtekening en certificaat als metadata bij het archiefstuk opgeslagen.

En dat is het derde pijnpunt dat Filip aanwijst: de metadata. Het OAIS-model beschijft een archiefstuk en zijn metadata als één informationpackage. Dit is (mede) de reden waarom het Felixarchief er expliciet voor kiest om metadata en archiefstuk samen, in één pakketje te bewaren: ze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Bij alle vier de Nederlandse oplossingen worden metadata en archiefstuk gescheiden van elkaar opgeslagen en lijkt het er op dat er nauwelijks nagedacht is over de duurzaamheid van de metadata.
"De vraag naar de digitaal duurzame archivering van de informatiepackages gaat over de essentiële functionaliteit van een digitaal depot, en confronteert de digitale archivaris met de duurzaamheid of beprekte houdbaarheid van zijn digitale archiveringsoplossing. Het digitaal depot zelf, als archiveringssysteem is door zijn afhankelijkheid ten aanzien van hard- en software niet bestemd om op (middel-)lange termijn operationeel te blijven. Zijn inhoud dient echter wel digitaal duurzaam te zijn."
Ik begreep van Hans Berende dat de artikelen binnenkort ook digitaal beschikbaar komen. Dat is goed, want deze artikelen verdienen een ruimer publiek!

Toevoeging op 11 maart:
E-mail van Hans gekregen. De artikelen zijn hier te vinden.

maandag 1 februari 2010

Digitale autochtonen over digitale duurzaamheid

Op dit moment zijn het vooral digitale immigranten (of misschien moet ik wel allochtonen schrijven) die zich bezig houden met duurzame digitale toegankelijkheid. De meeste mensen bij archiefdiensten, onderzoeksinstellingen en bibliotheken zijn ruim voor de geboorte van internet en de alomtegenwoordigheid en beschikbaarheid van digitale informatie geboren.
Dat heeft voordelen, want dit zijn ook de mensen die uit ervaring weten dat digitale informatie niet vanzelf toegankelijk en vindbaar is en blijft. Toch is het interessant om te onderzoeken hoe de digitale autochtonen ("digital natives" in het Engels) aankijken tegen digitale duurzame toegankelijkheid.
De Amerikaanse Library of Congress organiseerde een tijdje geleden een workshop met middelbare scholieren over "Digital Preservation", waarbij het er vooral om ging om te achterhalen wat de scholieren belangrijk genoeg vonden om te bewaren (Facebook), wie verantwoordelijk voor het bewaren zou moeten zijn (ieder voor zich) en welke problemen zij nog zagen (selectie).
Hier is het transcript (pdf) van bovenstaand filmpje.

Dit soort workshops zijn niet alleen interessant om te achterhalen hoe digitale autochtonen naar digitale informatie kijken, maar ook hen wat meer bewust te maken van de problemen. Een van de studenten in het filmpje zegt:
“She said ‘once it’s online it’s there forever,’ and I wrote that down because that’s the truth…so, as soon as it’s on the internet it’s saved…”

De herkomst van dit soort ideeën is niet lastig te traceren, want is waarschijnlijk afkomstig van opvoeders die waarschuwen voor de gevaren van het posten van allerlei informatie en foto's op websites als Facebook, Hyves en Twitter. (Zie ook Delete. The virtue of forgetting in a digital age.) Maar het maakt het wel lastiger om hen ook duidelijk te maken dat er nog wel wat problemen kleven aan duurzame digitale toegankelijkheid.

Wie organiseert eens zo'n workshop in Nederland? Misschien is dat wel een mooie stage-opdracht voor een van de studenten van de UvA, HvA of Reinwardt-academie.